Sinds burgemeester Aptroot in Zoetermeer de scepter zwaait is er nogal wat kritiek op het onveiligheidsbeleid. De burgervader doet alsof zijn neus bloed en informeert publiek en politiek niet of selectief. Daarmee staat de lokale democratie onder druk.
door Johnny B.(columnist CHiA!)
Het door een burgemeester selectief inlichten van politiek en publiek is kwalijk. Burgemeesters dienen immers onafhankelijk en onpartijdig te zijn. Aptroot lijkt hier echter geen boodschap aan te hebben. Zo is het deze burgemeester die ongegeneerd de arrestatie van onschuldige inwoners uit Rokkeveen vierde, media en gemeenteraad overspoelde met persberichten èn memo’s waarin bewoners werden zwartgemaakt, maar tot op heden weigert publiek en politiek te informeren omtrent hun nu in rechte vaststaande onschuld. Dit selectief benoemen van ‘feiten’ wekt op zijn minst de schijn van partijdigheid.
Het is echter niet alleen deze selectieve informatieverstrekking die veel inwoners doen twijfelen aan de onpartijdigheid van de burgemeester. Ook de manier waarop Aptroot zich publiekelijk uitlaat over gerechtelijke beslissingen doet menig wenkbrauw fronzen. Zo betwiste hij openlijk het oordelingsvermogen van het Openbaar Ministerie en gaf hij recentelijk een wel erg eigenzinnige interpretatie aan vrijspraken van het Gerechtshof. De burgemeester moest wel, want het was immers Aptroot himself die de inwoners had gecriminaliseerd als dé notoire raddraaiers van Zoetermeer en het zero tolerancebeleid in delen van onze stad met dergelijke fabeltjes vergoelijkt.
Deze wellicht ietwat kinderachtige opstelling verbaast allerminst en past in het gedrag dat de burgemeester sinds zijn aantreden tentoonspreidt. Zo schaarde Aptroot zich na klachten over zinloos politieoptreden herhaaldelijk direct achter de politie, weigerde hij onder het mom van “lopende klachtenprocedures” en ondanks uitdrukkelijk verzoek van bewoners inhoudelijk in te gaan op dergelijke optredens en liet hij klokkenluiders als bakstenen vallen. Hoe bedoel je onpartijdig? Wie deze geschiedenis kent weet dat de burgemeester, in ieder geval op het onveiligheidsdossier, alles behalve boven de partijen wilt staan.
Op zich is die partijdigheid niet verwonderlijk. Tot voor kort was de burgemeester immers nog verantwoordelijk voor het politieoptreden binnen zijn gemeente. Zo iemand kan moeilijk onafhankelijk zijn. Aptroot had desalniettemin wel iets beter zijn best mogen doen. Een burgemeester is immers in de eerste plaats burgervader en geen baas van politie of het gerechtelijke apparaat. Daarbij komt dat selectiviteit effectieve controle door publiek en politiek onmogelijk maakt. Afgaande op de uitlatingen en het gedrag van de burgemeester hebben zij momenteel een bijzonder vertekend beeld. De lokale democratie wordt daarmee ondermijnt.


