De Telegraaf van 21 decemberjl.publiceert in een twee-koloms artikel over snackbar “De Mazzel”, bij uw college bekend. De Lijst Hilbrand Nawijn maakt zich zorgen over de toepassing van door de raad vastgestelde bestemmingsplannen en de vrjstellingsbevoegheid van het college in relatie tot Zoetermeerse ondernemers. In het concrete geval van “De Mazzel” moet de snackbar weg en een oplossing ligt kennelijk niet voor de hand of wordt niet geboden. Al eerder heeft de LI-IN kenbaar gemaakt over het specifieke geval van “De Mazzel” verontwaardigd te zijn. Na 29 jaar dreigt een in Zoetermeer en in de wijde omgeving bekend staande snackbar zijn zaak te moeten sluiten. Veel inwoners van nu middelbare leeftijd hebben in hun kindertijd al een patatje bij “De Mazzel” gegeten.
De LHN heeft hierover de volgende vragen.:
1. Welke criteria hanteert het college in relatie tot bestemmingsplannen in het algemeen en voor het toepassen van zijn vrijstellingsbevoegdheid in het bijzonder?
2. Waarom heeft het college besloten om voor de huidige locatie van “De Mazzel” geen gebruik te maken van zijn vrijstellingsbevoegdheid of gebruiksvrj stelling ex art. 19, lid 3, Wro,jo. art. 20, lid 1, sub a, 3, Bro 1985?
3. Is het college het met de LHN eens dat het toepassingsbereik van art. 19, lid 3,Wro in samenhang met art. 20, Bro 1985 daartoe in soortgelijke gevallen en in dit specifieke geval ruim genoeg is?
4. Als het college heeft besloten in dit specifieke geval geen gebruik te maken van zijn vrijstellingsbevoegdheid, wat is de reden daarvoor?
5. Kan het college aangeven over welke vergunningen de ondernemer van “De Mazzel” nu beschikt voor de huidige locatie, over welke hij zou moeten beschikken en wat hem daarbij in de weg staat?
6. Welke activiteiten heeft het college alsdan verricht om met de eigenaar van “De Mazzel” tot overeenstemming te komen over een eventuele andere locatie?
7. Welke andere locaties zijn door de ondernemer van “De Mazzel” en door het college aan elkaar voorgesteld en waarom is geen van deze gerealiseerd?
8. Is het college het met de LHN eens dat de ondernemer van “De Mazzel” naast het drijven van een snackbar, ook een maatschappelijke functie heeft, zowel voor inwoners van de wijk Buytenwegh als tot ver daar buiten?
9. Klopt de bewering dat tussen het college danwel zijn vertegenwoordigers en de ondernemer van “De Mazzel” sprake is van enige animositeit (...“maar dat loopt nu wat stroef’...)? Zo ja, wat gaat het college daar aan doen?
10. Wat is de mening van het College dat een uiteindelijke oplossing kennelijk alleen mogelijk is via - in eerste instantie - de Bestuurskamer?
11. Het gaat de LI-IN aan het hart dat een ondernemer zijn zaak dreigt te moeten sluiten. Deelt het college deze mening en gaat hij ervoor zorgen dat een passende op lossing wordt gevonden? Ziet het college mogelijkheden om deze kwestie op te lossen voordat een datum is bepaald voor behandeling bij de Bestuurskamer?
Namens de LI-IN fractie
Met vriendelijke groet,
Hilbrand Nawijn
maandag 26 december 2011
Hilbrand Nawijn verontwaardigd over sluiting van snackbar "de mazzel"
maandag, december 26, 2011
Moderator


