Afgelopen
dinsdag 22/4 verwoorde CDA-fractievoorzitter Klaasjan de Jong in een debat over
participatie zijn zorgen. Dat het belangrijk is dat inwoners van Zoetermeer
kunnen meedoen, daarover zijn wij het allemaal eens. Maar inhoud geven aan
participatie vraagt meer dan roepen dat je het belangrijk vindt. Hoe voorkom je
dat participatie binnen de kortste keren verwordt tot een wassen
neus?
De
redactie van huis-aan-huis blad ‘Dichtbij’ deed afgelopen weekend een peiling:
maar liefst 85% van de Zoetermeerse bevolking vreest dat de participatie over
het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie niet meer is dan een wassen neus.
Het CDA kan zich dit goed voorstellen en deelt de zorg van vele Zoetermeerders.
Fractievoorzitter Klaasjan de Jong richting Robin Paalvast (woordvoerder namens
de beoogde coalitie): ‘Als participatie voor u betekent dat iedereen zijn mening
mag geven, de gemeenteraad incluis, om vervolgens achter gesloten deuren aan
alle reacties een eigen draai te geven, hoe serieus neemt u dan de mening van
bewoners en van de lokale politiek?’
De
Jong benadrukte enkele keren dat het CDA voor participatie en maximale
transparantie is. Tegelijkertijd vraagt hij zich af of er zoveel nieuws onder de
zon is. Nog dit voorjaar stelde de gemeenteraad de kadernota Samenspraak vast,
waarin de uitgangspunten voor inspraak en samenspraak met inwoners zijn
vastgelegd. De ambities van de nieuwe coalitie roepen daarmee het beeld op van
oude wijn in nieuwe zakken.
Kern
van de CDA bijdrage is dat wij voorstander zijn van participatie en van
transparantie, maar dat dit niet kan werken zonder goed verwachtingenmanagement
vooraf. Daarbij verwachten wij van een nieuw college een stevig kompas als het
gaat om de richting van het gemeentelijk beleid. Waar een heldere koers
ontbreekt, en participatie tot hoogste doel wordt verheven, dreigt het gevaar
van een richtingloze koers naar een onbekende bestemming.
Inhoud
geven aan participatie vraagt echt meer dan roepen dat je het belangrijk vindt.
Participatie valt of staat met de waarde die het nieuwe college geeft aan de
resultaten van de samenspraak. In zijn antwoord op vragen van het CDA deed Robin
Paalvast de toezegging dat alle reacties op het hoofdlijnenakkoord voorafgaand
aan de besluitvorming worden gedeeld met de raad. De wijze waarop het nieuwe
college omgaat reacties uit de samenleving ziet het CDA als een belangrijke
eerste lakmoesproef.
(cda.nl/zuid-holland/zoetermeer)


