Binnenlands Bestuur publiceerde op 21 januari 2014 een artikel op zijn
website over de gemeentelijke duurzaamheidsindex (GDI-2014). De index van
Stichting Duurzame Samenleving heeft gemeenten op basis van 16 indicatoren
beoordeeld op het gebied van duurzaamheid. Zoetermeer neemt de 345e plek in op
de ranglijst en behoort daarmee tot de 16% slechtst scorende gemeenten.
GroenLinks wil hier verandering in aanbrengen en heeft schriftelijke vragen aan
het college gesteld.
Volgens GroenLinks bevestigt de index dat Zoetermeer er wat duurzaamheid
betreft erg slecht voor staat. De score toont aan dat Zoetermeer, in
vergelijking met andere gemeenten, op veel gebieden een grote achterstand heeft
in de ontwikkeling naar echte duurzaamheid. Een ontwikkeling die, wat GroenLinks
betreft, van essentieel belang is. En duurzaamheid wordt in heel Nederland
steeds vaker gezien als hét antwoord op de crisis en er is dus geen enkele reden
voor deze bijzonder slechte score van Zoetermeer.
Het college heeft de duurzame ambitie van Zoetermeer verwoord in het
collegeprogramma:
Duurzame ambitie Zoetermeer
Het college heeft de duurzame ambitie van Zoetermeer verwoord in het
collegeprogramma:
“Een toekomstgericht Zoetermeer is een duurzame en groene stad. Waar mensen
de gedachte willen omarmen dat we de aarde niet gekregen hebben van onze ouders
maar in bruikleen van onze kinderen. Zoetermeer wil één van de voorbeeldsteden
in Nederland zijn als het gaat om een duurzame stad; maar wel met een
realistische aanpak.”
- Is het college op de hoogte van de GDI-2014 en de positie van Zoetermeer in deze ranglijst?
- Wat is de reactie van het college op deze lage positie?
- Vindt het college plek 345 in de GDI-2014 passen bij ‘een voorbeeldstad in Nederland als het gaat om een duurzame stad’?
- Hoe moeten de resultaten die Duurzaam Zoetermeer in het kader van deze ambitie heeft geboekt, worden bezien in het licht van de notering in de GDI-2014?
De GDI-2014 beoordeelt gemeenten op zestien punten: minima, onderwijs, sociale zekerheid, gendergelijkheid, gezondheid, sport, burgerparticipatie, veiligheid, water, lucht, natuur, energieverbruik, hernieuwbare energie, consumptie, jeugdwerkloosheid en financiële weerbaarheid.
- Is het college het eens met GroenLinks dat duurzaamheid betrekking heeft op mens, milieu en economie (people, planet, profit) en daarom onlosmakelijk verbonden is met alle genoemde thema's?
- Hoe wordt duurzaamheid meegenomen bij het maken van beleid?
- Welke criteria en uitgangspunten worden hierbij gehanteerd (eventueel per thema)?
- Hoe kan het dat deze werkwijze niet tot een beter resultaat in de GDI-2014 heeft geleid?
Zeewolde, de duurzaamste gemeente volgens de index, scoort een 7,1 ten opzichte van een 4,6 voor Zoetermeer,
- Is het college het eens met GroenLinks dat verbetering op de relatief slecht scorende indicatoren absoluut noodzakelijk is?
- Zo ja, welke stappen moeten volgens het college gezet worden om tot verbetering te komen?
- Zo nee, waarom is volgens het college geen verbetering noodzakelijk?
- Is het college bereid contact te zoeken met de 10 duurzaamste gemeenten in de ranglijst en te onderzoeken wat Zoetermeer kan leren van deze gemeenten, zodat het nieuwe college meteen aan de slag kan gaan met deze speerpunten?


