Gemeente beoordeelt AWBZ begeleidingsbehoefte in 'keukentafelgesprek'

Vanaf 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor mensen met matige tot zware beperkingen die hulp nodig hebben bij hun zelfredzaamheid. Denk aan woonbegeleiding, dagopvang, extra begeleiding in het speciaal onderwijs of praktische hulp bij huishouden en administratie.

 Het Rijk hevelt deze begeleiding, die nu valt onder de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van B en W is op 24 april 2012 akkoord gegaan met een aantal uitgangspunten hoe de gemeente onze inwoners wil ondersteunen. Gemeenten hebben een steeds grotere rol op het gebied van zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Ook de decentralisatie van de jeugdzorg en de uitvoering van de Wet werken naar vermogen zijn hier voorbeelden van. Dit zijn stuk voor stuk grote opgaven voor gemeenten. Ongeacht de ontwikkelingen in Den Haag (demissionair kabinet) bereidt Zoetermeer de veranderingen zorgvuldig voor. De gemeente werkt hierin zoveel mogelijk samen met Pijnacker/Nootdorp.

Keukentafelgesprek
In Zoetermeer hebben ongeveer 1600 inwoners een indicatie voor AWBZ Begeleiding. In meer dan de helft van de gevallen zijn het mensen met psychologische/psychiatrische problemen. Tien procent betreft mensen met dementie. Momenteel vindt de beoordeling van een aanvraag plaats door het CIZ (Centrale indicatiestelling zorg). In de nieuwe situatie gebeurt dit door de gemeente. Voor jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen beoordeelt Bureau Jeugdzorg nu de aanvragen. Dat verandert niet en blijft gebeuren binnen de werkafspraken van Meerpunt. Als werkwijze voert de gemeente een 'keukentafelgesprek'. Dit past in de filosofie van de Wmo: in gesprek gaan over wat iemand nodig heeft om zoveel mogelijk zelfstandig aan de samenleving deel te nemen. In 2013 wordt daarom met alle inwoners die voor het eerst een aanvraag doen of een herindicatie nodig hebben een breed keukentafelgesprek gevoerd. Dit gebeurt door een klein team van Wmo-consulenten, deskundigen van zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg en eventueel cliëntondersteuners.

Zorg
In eerste instantie wordt gekeken welke ondersteuning mensen zelf kunnen organiseren en of algemene voorzieningen een oplossing kunnen bieden. In principe krijgt een inwoner zorg in natura toegekend, dat wil zeggen een voorziening uit het reguliere aanbod van zorgaanbieders. Een persoonsgebonden budget (pgb) kan voor begeleiding alleen worden toegekend om maatwerk te realiseren. Voorwaarde is dat informele en algemene voorzieningen, mantelzorg en zorg in natura niet de oplossing zijn of via het pgb een goedkopere oplossing mogelijk is. In de 'oude' situatie kan de inwoner zelf kiezen tussen een pgb en een voorziening in natura.

Aanbieders zoeken elkaar op
De gemeente wil dat zorgaanbieders meer samenwerken en minder concurreren. De zorg moet zoveel mogelijk dichtbij, wijkgericht en integraal zijn. Zorgaanbieders zullen zich meer moeten oriënteren op de ondersteuningsmogelijkheden van welzijnsorganisaties in Zoetermeer. Want algemene voorzieningen gaan voor op individuele voorzieningen. Zorg- en welzijnsaanbieders moeten elkaar opzoeken om tot een vernieuwend aanbod te komen, passend binnen de Wmo-visie. Er is ruimte om te starten met experimenten als ze innovatieve en kostenbesparende oplossingen zijn.

Haaglanden
De gemeente wil afstemmen en waar zinvol samenwerken met andere gemeenten in de regio Haaglanden. Denk aan gezamenlijke inkoop van zorg, registratie van de ingezette begeleiding en bovengemeentelijk vervoer.

Posted in: Gemeente