Gemeenteraadsleden missen invloed op het politiebeleid in hun gemeente. Een meerderheid is voorstander van herinvoering van de gemeentepolitie. Ook verlangen de raadsleden meer toezicht op straat.
Zelfkennis en relativering kan gemeenteraadsleden niet worden ontzegd als het gaat om de eigen invloed op de politie. Die invloed hebben ze niet. Raadsleden illustreren dat met zware onvoldoendes voor hun invloed op de politie: een 4,1 voor het individuele raadslid en een 5,1 voor de raad als geheel, zo blijkt uit het rapport Lokale Politiek over Politie van Politie & Wetenschap, dat onlangs verscheen.
Het meest invloedrijk is volgens de raadsleden de korpsbeheerder, de burgemeester dus van de grootste gemeente in de eigen politieregio. Deze korpsbeheerder krijgt een 7,9 en de eigen burgemeester een 7. Een meerderheid van de raadsleden (62,1 procent) steunt ook de wijze waarop de eigen burgemeester het veiligheidsbeleid aanpakt. Aan een aparte wethouder veiligheid in plaats van de burgemeester is geen behoefte.
Harder optreden
‘Raadsleden zijn dus behoorlijk tevreden over de eigen burgemeester. Wel is het zo dat de korpsbeheerder veel invloed heeft en dat de invloed van de eigen burgemeester daaraan ondergeschikt is’, concludeert Menno van Duin, die samen met Thecla van der Torre en Hester Bergsma het onderzoek uitvoerde. Raadsleden waarderen het optreden van de politie met het cijfer 6,4, een voldoende dus, maar tegelijkertijd is slechts een aanzienlijke minderheid tevreden over het optreden van de politie tegen geweld en de aanpak van (jeugd)overlast en (jeugd)criminaliteit. De groep raadsleden die vindt dat de politie harder moet optreden, is even groot als de groep die dat onnodig vindt.
Een bijrol
Het onderzoek van Politie & Wetenschap is de eerste enquête in deze eeuw onder raadsleden over de politie- en veiligheidszorg. De raadsleden, die verantwoordelijk zijn voor de democratische controle van de politie, bevestigen met de uitkomsten de bijrol die hen volgens eerdere enquêtes onder de sleutelfiguren in het politiebestel ((hoofd)officieren van justitie, burgemeesters en politiechefs) wordt toegedicht.
Het beeld dat uit het rapport oprijst, is dat raadsleden vinden dat ze te weinig greep hebben op het politiebeleid. Dat lokaal politiebeleid ondergesneeuwd raakt door regionale en landelijke wensen en voorkeuren. Dat de politie te weinig zichtbaar is en in de meeste en met name de kleinere gemeenten met minder dan vijftigduizend inwoners met te weinig agenten actief is. Er moeten daarom, zo vindt tweederde van de raadsleden, meer toezichthouders worden aangesteld.
Dat gevoel van een politie die vooral in de grote stad van de korpsbeheerder actief is, zou verdwijnen met herinvoering van de gemeentepolitie die in 1993 is ingeruild voor de huidige 25 regiokorpsen. Een meerderheid (55 procent) van de gemeenteraadsleden is voor herinvoering van de gemeentepolitie. Eén op de vijf raadsleden is zelfs zeer sterk voorstander van de herinvoering van de gemeentepolitie.
De voorkeur voor een gemeentepolitie is het grootst in de kleine gemeenten: 57,7 procent van de raadsleden in gemeenten met minder dan 25 duizend inwoners wil gemeentepolitie; en in de gemeenten tussen 25 en 50 duizend inwoners zijn zelfs zes op de tien (61,7 procent) raadsleden voor de gemeentepolitie. Naar politieke kleur is er alleen bij CDA (45,9 procent) en PvdA (49,6 procent) een minderheid voorstander van de gemeentepolitie; bij alle andere partijen is een meerderheid voor de gemeentepolitie. De gemeentepolitie is het populairst bij raadsleden van lokale en leefbaarpartijen: 78,7 procent is vóór.
Lokale prestaties
De gewenste terugkeer van de gemeentepolitie kan niet los worden gezien van enkele andere uitspraken van de raadsleden. Slechts iets meer dan eenderde (37 procent) van de raadsleden vindt dat de feitelijke regie van het gemeentelijke veiligheidsbeleid in handen is van de gemeente. Dominant zijn landelijke beleidsplannen en landelijke prestatie- indicatoren, vindt driekwart (75,6 procent) van de raadsleden. En dat achten raadsleden een slechte zaak. De overgrote meerderheid (68,9 procent) is van mening dat de politie afgerekend moet worden op prestaties die zijn vastgelegd in een lokaal veiligheidsplan.
Onderzoeker Thecla van der Torre: ‘Als het dus aan de raadsleden ligt, moet er een vertaalslag worden gemaakt naar een meer lokaal politiebeleid. Raadsleden willen meer te vertellen hebben over wat de politie doet en waarop de politie moet worden afgerekend. Het is niet voor niets dat er op tal van plaatsen bijzondere opsporingsambtenaren worden aangesteld om overlast te bestrijden op plekken waar de politie geen tijd heeft om mensen in te zetten. Het verklaart ook de populariteit om handhavers en parkeerwachten in gemeentelijke dienst te nemen om overlast aan te pakken.’
Hang naar verleden
Herinvoering van de gemeentepolitie is volgens het onderzoeksrapport geen optie omdat het politiek en beleidsmatig niet aan de orde is. ‘Er is een tendens in de richting van een nationale politie’, zegt Van Duin. ‘Opmerkelijk is de uitkomst natuurlijk wel. Het lijkt op een hang naar het verleden. Je moet het echter vooral zien als dat raadsleden meer directe invloed op de politie willen.’
Of invoering van de gemeentepolitie een adequaat antwoord zou zijn om de politiezorg lokaler te maken, is nog maar de vraag. Van Duin: ‘Wordt het rapportcijfer voor de politie bepaald door het bestel wat je hebt gekozen of door het gegeven dat er altijd minder politie is dan je wenst? 2 miljard euro extra voor de politie zal meer bijdragen aan voldoende politie in de eigen gemeente dan het hebben van een eigen gemeentepolitie. Men kijkt natuurlijk vaak terug. Daar waar een gemeente vroeger twaalf agenten had en nu slechts twee leidt de discussie over de herverdeling van de politiesterkte en de politie daar inzetten waar ze het meest nodig is, tot frustraties bij de kleine gemeenten.’
Van Duin heeft begrip voor de onvrede bij de kleine en middelgrote gemeenten met minder dan vijftigduizend inwoners. ‘Onder de gemeenten met minder dan 25 duizend inwoners zijn ook gemeenten met behoorlijke veiligheidsproblemen. Daar leeft dus dat gevoel heel sterk dat alle politie naar de grote stad gaat.’ Voor de actuele discussie over de invoering van de veiligheidsregio en de regionalisering van de brandweer is de voorkeur voor de gemeentepolitie niet zonder betekenis. Van Duin: ‘Regionalisering wordt met grote twijfel bekeken. De boodschap is dat politie- en veiligheidszorg lokaler moet.’
Geen herinvoering van de gemeentepolitie dus, maar een actiever en assertiever optreden van de gemeenteraad is gewenst, luidt samengevat de aanbeveling in het onderzoeksrapport. Alleen met zo’n houding kan de huidige praktijk worden doorbroken dat gemeenteraden zich beperken tot het bespreken en goedkeuren van beleids- en jaarplannen van de politie. ‘De raad heeft nu vooral een legitimerende functie, de politieke rol is bijna nul’, aldus Van Duin.
Inspreken
Raadsleden hebben het zelf in de hand of de politie statistieken geeft over de veiligheid per gemeente en per wijk, en niet alleen per district of basiseenheid. Raden kunnen de politiechefs vaker uitnodigen om tekst en uitleg te geven. Raadsleden kunnen burgers die last hebben van geweld en overlast, uitnodigen als inspreker op de raadsvergadering om zo de druk op de politie te vergroten. Ook kunnen de raadsleden de bijeenkomsten van het regionaal college bijwonen.
‘Bij die vergaderingen zijn zelden of nooit raadsleden aanwezig terwijl die bijeenkomsten openbaar zijn, tenzij afgesproken is dat die vertrouwelijk zijn. Raadsleden zouden in staat gesteld moeten worden om in te kunnen spreken in vergaderingen van het regionaal college om de aandacht voor de veiligheid in de eigen gemeente onder de aandacht te brengen’, zegt Van der Torre.
Raadsleden van kleine gemeenten zouden ook vaker moeten samenwerken. ‘Je kunt met raadsleden van andere gemeenten afspraken maken dat bepaald soort overlast meer dan gemiddelde aandacht van de politie moet hebben, en dat in de eigen gemeente agenderen. Het punt is natuurlijk: je moet het als raadslid wel belangrijk vinden.’
‘Te veel politie in grootste gemeente'
Ruim eenderde (37,8 procent) van de raadsleden vindt dat er een onevenredig groot aantal politiemensen beschikbaar is voor de grootste gemeente in de politieregio. Slechts één op de vijf (20 procent) van de raadsleden is het daarmee oneens, terwijl een opvallend grote groep (40 procent) zich over deze stelling niet uitspreekt. Niet alleen raadsleden uit kleine gemeenten klagen over het wegtrekken van politie naar de grote stad. ‘Ook in middelgrote gemeenten als Spijkenisse, Amstelveen en Capelle zie je sterk dat gevoel dat alle politie ingezet wordt in de grote stad’, aldus Menno van Duin van onderzoeksbureau Lokale Zaken, dat in opdracht van Politie & Wetenschap raadsleden over het politiebeleid enquêteerde.
Vooral door grote rechercheonderzoeken en de massale politie- inzet bij voetbalwedstrijden en grootschalige evenementen stroomt veel politie weg in de richting van de grote stad. Tweederde van de raadsleden klaagt over te weinig blauw op straat. Eveneens tweederde vindt dat er in de eigen gemeente onvoldoende menskracht is om de politie- en veiligheidstaken uit te voeren. Minder politie moet ondervangen worden door meer toezichthouders in overheidsdienst, vindt tweederde van de raadsleden. Een ander alternatief, meer particuliere beveiligers, is voor slechts 16 procent van de raadsleden een wenselijke uitkomst.
Verantwoording
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Politie & Wetenschap onder 1794 raadsleden in 97 gemeenten. 647 raadsleden reageerden; een respons van 36 procent. De uitkomsten geven volgens Politie & Wetenschap een goed beeld van de belangrijkste patronen, opvattingen en redeneringen van de raadsleden.
(BB)
donderdag 25 november 2010
Politie staat ver van raadsleden
donderdag, november 25, 2010
Moderator


