Woningcorporaties hebben binnen financieel verantwoorde grenzen en bovenop de
al geplande projecten ruimte om 37 miljard euro te investeren in nieuwe sociale
huurwoningen. Bij stichtingskosten van gemiddeld 150.000 euro per woning, gaat
het dan om bijna 250.000 woningen. Het is aan de gemeenten, huurders en
corporaties om te bepalen hoe deze ruimte wordt benut voor de huidige en de
toekomstige generaties. Dat schrijft minister Blok (Wonen) vandaag in een brief
aan de Tweede Kamer.
In het vorig jaar herziene corporatiebestel hebben gemeenten en huurders een
stevige rol bij het bepalen van de prestaties die woningcorporaties moeten
leveren. In opdracht van de minister heeft ORTEC Finance nu per gemeente een
zogeheten ‘indicatieve bestedingsruimte’ in kaart gebracht. Deze inzichten
kunnen partijen gebruiken bij de onderhandelingen over de
prestatieafspraken.Behalve voor nieuwbouw is ook per gemeente en per corporatie inzichtelijk gemaakt wat de mogelijkheden zijn voor renovatie en huurverlaging. Voor de eerste categorie gaat het om bijna 28 miljard euro. In totaal kunnen corporaties ruim een miljard euro uittrekken voor huurverlagingen. De minister wijst erop dat de bedragen voor verschillende categorieën niet optelbaar zijn. Een huurverlaging werkt bijvoorbeeld blijvend door in de opbrengsten waardoor de bestedingsruimte in andere categorieën lager uitvalt.
Op www.woningwet2015.nl kan vanaf 24 juni per gemeente de bestedingsruimte van de woningcorporaties worden opgezocht.
(rijksoverheid.nl)


