Het aantal rechtszaken over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is
de eerste helft van dit jaar flink toegenomen. Sinds de invoering van de nieuwe
Wmo 2015 op 1 januari zijn 1.000 mensen naar de rechter gestapt wegens een
conflict met hun gemeente over de vergoeding van voorzieningen, zoals
bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. In voorgaande jaren waren dat er gemiddeld 550
per half jaar. Dat is een toename van ongeveer 80 procent.
Ondersteuning
De Wmo 2015 regelt de ondersteuning die mensen soms nodig hebben om
zelfstandig te wonen en deel te nemen aan het maatschappelijke leven. De
gemeente heeft daarin een belangrijke rol. Die moet inwoners zo nodig helpen bij
bijvoorbeeld aanpassingen aan de woning, de aanschaf van een scootmobiel of
collectief taxivervoer van gehandicapten. Ook de vergoeding van huishoudelijke
hulp voor mensen die zelf niet kunnen schoonmaken, valt onder de Wmo. Daarover
is veel te doen omdat gemeenten flink moeten bezuinigen en daarom minder
huishoudelijke zorg vergoeden. Ze moeten daarover eerst overleggen met bewoners,
wat lang niet altijd gebeurt. Over de vraag hoe ver gemeenten daarin mogen gaan,
wordt regelmatig geprocedeerd.
Themazitting
Bij de rechtbank Noord-Nederland dienen morgen 4 bodemzaken over
huishoudelijke hulp onder de Wmo. De rechtbank behandelt die zaken op een
themazitting om een aantal principiële vragen te behandelen, zoals: is de oude
of de nieuwe Wmo van toepassing, hoe zit het met overgangsrecht en in hoeverre
blijft huishoudelijke hulp onder de nieuwe wet een verantwoordelijkheid van de
gemeente?
(rechtspraak.nl)


