Personen die in de schuldsanering terechtkomen zijn steeds vaker 45 jaar of ouder. Het aandeel mensen onder de 45 jaar dat een wettelijk traject ingaat om schulden af te
lossen, daalt juist. Echtscheidingen en een terugval in inkomsten zijn vaker
oorzaken voor een saneringstraject. Oudere leeftijdsgroepen krijgen daar meer
mee te maken dan jongere groepen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de
Statistiek vandaag.
In totaal werden in 2014 12,3 duizend particulieren en zelfstandig
ondernemers toegelaten tot de schuldsanering, een daling van 1 procent op jaarbasis. De groep 45- tot 55-jarigen was met
ruim 3,5 duizend personen vorig jaar goed voor 29 procent van alle nieuwe schuldsaneringen. In 2002 was
dat nog 18 procent. De groep 35- tot 45-jarigen blijft met 30 procent de
grootste groep. Het aandeel 55- tot 65-jarigen in de schuldsanering is veel
kleiner, maar verdubbelde wel sinds 2002 van 7 naar 14
procent vorig jaar. Bij de twee groepen onder de 35 daalde het
gezamenlijke aandeel van ruim 40 procent in 2002 naar
23 procent in 2014.
De toename onder 45-plussers is deels te verklaren doordat er door de
vergrijzing meer mensen in die leeftijdscategorie vallen dan in 2002. Toch is de
groei in schuldsaneringen bij die groep niet volledig aan de ouder wordende
bevolking toe te schrijven. Het aandeel 45- tot 55-jarigen in de schuldsanering
groeide tussen 2002 en 2014 harder dan het aandeel van alle 45- tot 55-jarigen
in Nederland. Zoals het CBS al eerder meldde,
heeft deze groep het moeilijk. De werkloosheid stijgt er nog steeds, en een
disproportioneel deel van de langdurig werklozen valt bovendien binnen deze
leeftijdsgroep.
Daling voor derde jaar op rij
Het aantal toelatingen tot de schuldsanering daalde vorig jaar voor het derde jaar op rij. In 2012 was ook al een neerwaartse lijn zichtbaar, met een daling van bijna 7 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Naast economische factoren hadden ook veranderingen in regelgeving invloed op het aantal schuldsaneringen.Vanaf 2012 moeten personen eerst een schuldhulpverleningstraject bij de gemeenten doorlopen, het zogenoemde minnelijk traject, voordat ze eventueel worden toegelaten tot de wettelijke schuldsanering. De gemeenten bepalen in dit proces de toelatingseisen, die in het algemeen de afgelopen jaren strenger zijn geworden. Dit heeft een remmende werking op de doorstroom naar het wettelijke traject.
Daarnaast bestaan er alternatieven zoals het beschermingsbewind. Hierbij worden mensen met problematische schulden eerder onder verscherpt toezicht geplaatst. Omdat in dit traject geen schuldregeling plaatsvindt, worden deze mensen niet in het wettelijk traject opgenomen.
Vooral minder (ex-)ondernemers
Vorig jaar werden 9,9 duizend particulieren en 2,4 duizend zelfstandig ondernemers toegelaten tot het wettelijke schuldsaneringstraject. Bij (ex-)ondernemers was een daling van 8 procent zichtbaar in vergelijking met vorig jaar. Dit heeft te maken met het aantal faillissementen van natuurlijke personen met een eenmanszaak. Bij particulieren was sprake van ruim 1 procent groei. Daarmee komt er een einde aan de dalende lijn van het aantal uitgesproken schuldsaneringen onder die groep. Inkomensdaling is de belangrijkste oorzaak voor schuldsanering.
(cbs.nl)


