Burgemeester Van der Laan heeft niet alle belangen afgewogen toen hij vorig jaar
een vergunning verleende voor de jaarlijkse Sinterklaasintocht in Amsterdam. De
burgemeester moet zijn besluit daarom binnen zes weken herzien. Dat heeft de
rechtbank Amsterdam bepaald.
De figuur van Zwarte Piet (dikke rode lippen, dom, knecht) vormt een
negatieve stereotypering van de zwarte mens, oordeelt de rechtbank. De rechtbank
baseert zich daarbij op een recente uitspraak van het College voor de Rechten
van de Mens en op onderzoek van de gemeente Amsterdam. Uit dat onderzoek bleek
dat veel zwarte Amsterdammers zich gediscrimineerd voelen door zwarte Piet en
dat veel Amsterdammers zich kunnen voorstellen dat zwarte mensen zich
gediscrimineerd voelen.
Daarmee maakt de intocht – waar Zwarte Piet een belangrijke rol inneemt – een
inbreuk op het privéleven van zwarte mensen. De bescherming van dat privéleven
is een belang dat de burgemeester had moeten meewegen toen hij vorig jaar de
vergunning voor de intocht gaf.
Het oordeel van de rechtbank betekent niet dat de burgemeester de vergunning
had moeten weigeren. Wel moet de burgemeester een nieuwe belangenafweging
maken.
De rechtbank mag niet op de stoel van de burgemeester gaan zitten om deze
afweging voor hem te maken: de burgemeester moet een nieuw besluit nemen waarin
hij dit zelf doet. Daarbij heeft de burgemeester ook de mogelijkheid bepaalde
voorwaarden te stellen aan de vergunning.
(rechtspraak.nl)
donderdag 3 juli 2014
Rechtbank: Zwarte Piet negatief figuur
