De beroepscommissie heeft uitspraak gedaan m.b.t. het door Volkert van der G., veroordeeld voor de moord op Pim Fortuyn, gevraagde verlof.
In aanmerking nemende de aard van het door klager gepleegde strafbare feit, dat destijds veel aandacht in de media heeft gekregen, acht de beroepscommissie het van doorslaggevend belang dat klagers re-integratie in de maatschappij op een verantwoorde en geleidelijke manier wordt vormgegeven. Van de directeur en bij uitstek van de Staatsecretaris kan worden verlangd dat zij hiervoor zorg dragen. Een gedoseerd vrijhedenbeleid, waarbij verlofmogelijkheden geleidelijk worden uitgebreid naarmate de einddatum nadert, is het middel bij uitstek om klager te laten voorbereiden op zijn terugkeer in de samenleving en om – zoals ook de beklagcommissie heeft overwogen – de samenleving te laten wennen aan de terugkeer van klager. Bovendien kan als gevolg van deze aanpak door de verschillende (overheids)instanties die verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij de begeleiding van en (na)zorg voor klager na detentie, op adequate wijze worden geanticipeerd op klagers naderende voorlopige invrijheidsstelling.
De beroepscommissie is van oordeel dat het belang om aan klager verlof te verlenen in dit stadium van de detentie dient te prevaleren boven de mogelijke maatschappelijke onrust en de risico’s die verlofverlening aan klager met zich mee kan brengen. Derhalve wordt de Staatssecretaris opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op de verlofaanvraag.
Voor de meer precieze overwegingen van de beroepscommissie wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak.


