De afgelopen weken heeft het al dan niet ‘uitplaatsen’ van het werk en de medewerkers van de gemeentelijke afdeling SBU de gemoederen flink bezig gehouden. In de raadzaal, in de media, maar vooral bij de betreffende medewerkers zelf. U heeft daarover kunnen lezen in de plaatselijke kranten. De CDA-fractie was het uiteindelijk eens met het voorstel van het college van B&W om de afdeling SBU nu uit te plaatsen. Maar wel onder strikte voorwaarden, die vooral een sterke positie van de medewerkers tot doel hebben, vond de CDA-fractie. De gemeenteraad was het vervolgens nagenoeg unaniem eens met de betreffende motie van het CDA.
Afdeling SBU
De afdeling SBU (Stadsbeheer Bureau Uitvoering) van de gemeente Zoetermeer onderhoudt het openbare gebied in het Stadshart en het stadscentrum, de hoofdwegenstructuur en de bedrijventerreinen in de stad. Ook doet de afdeling het onderhoud aan de riolering, de speeltuintjes en de bomen. Verder is de afdeling er voor verschillende storingen en calamiteiten, zoals gladheidbestrijding van de fietspaden, oliesporen op de weg en het plaatsen van afzetting bij ongelukken op de hoofdwegen. Bij de afdeling SBU werken 42 uitvoerende medewerkers en 6 medewerkers van de Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW).
Voorgenomen uitplaatsing
Begin mei maakte het college van B&W bekend dat het de afdeling SBU wilde ‘uitplaatsen’. Dat laatste hield in dat zowel het werk van de afdeling SBU als de medewerkers werden overgedaan naar een onderhoud-aannemer, na een aanbesteding daartoe. De reden daarvoor was tweeërlei. Enerzijds moest de gemeente Zoetermeer fors bezuinigen. Met een uitplaatsing van het werk en de medewerkers van de afdeling SBU zou het college ongeveer 680.000 euro per jaar besparen, zo was becijferd. Anderzijds was daarbij aan het licht gekomen dat de afdeling niet ‘toekomstbestendig’ was. Er was sprake van vergrijzing, de gemiddelde leeftijd van de medewerkers was al hoog, er was geen nieuwe, jonge ‘aanwas’ en het materieel kon niet optimaal gebruikt worden.
Daarnaast wilde het college het werk van de afdeling SBU niet meer in eigen beheer laten uitvoeren. Net als in de overige wijken al het geval is, wilde de gemeente slechts de regie voeren op de uitvoering van het onderhoud, waarna diverse onderhoud-aanneembedrijven het werk daadwerkelijk uitvoeren.
Medewerkers niet blij
Het bericht van het college van B&W sloeg bij de medewerkers van SBU in als een bom. Zij wilden niet uitgeplaatst worden, maar wilden gewoon hun werk blijven doen in dienst van de gemeente. Direct kwamen zij in actie. Ze organiseerden een werkbezoek voor raadsleden, waarbij ze lieten zien wat ze allemaal in huis hadden. Daarbij maakten zij ook duidelijk dat zij zelf reeds aan het bezuinigen waren. In 2009 had de toenmalige wethouder hen aangegeven dat er bezuinigd moest worden: 400.000 euro. Daarvoor kregen zij tot 2014 de tijd. Inmiddels had SBU daarvan nu al 150.000 euro bezuinigd. De 400.000 euro aan bezuinigingen meenden zij te kunnen realiseren – en nog wel iets meer ook.
Verder waren veel van de medewerkers opvallend aanwezig bij de raads- en commissievergadering waar het al dan niet uitplaatsen besproken werd. De publieke tribune zat steeds vol met ‘oranje hesjes’, de gemeenteauto’s stonden pontificaal vlak voor de raadzaal geparkeerd en er was een groot ‘te koop-bord’ over SBU gemaakt.
Analyse door het CDA
Na analyse van de situatie door de CDA-fractie bleken er 3 mogelijkheden te zijn: het nú uitplaatsen van de afdeling SBU, het in 2014, na de afronding van de voornoemde bezuiniging uitplaatsen, of het niét uitplaatsen. Deze laatstgenoemde mogelijkheid nam het college van B&W niet mee in zijn afwegingen. De CDA-fractie liet juist de als tweede genoemde mogelijkheid, het in 2014 uitplaatsen, al snel achterwege. Als er al moest worden uitgeplaatst, dan zo snel mogelijk, was de mening van zowel de CDA-fractie als het college van B&W. Gezien de huidige slechte economische situatie was de onderhandelingspositie voor de gemeente bij een aanbesteding en uitplaatsen gunstig. Als de economie weer zou zijn aangetrokken, wat de verwachting is voor 2014, zou het onderhandelen voor de gemeente een stuk lastiger zijn. Lastiger vooral in die zin, dat de gemeente minder gunstige voorwaarden kon bedingen voor de medewerkers die werden uitgeplaatst.
Keuze van het CDA
Bij het vaststellen van het uiteindelijke standpunt heeft de CDA-fractie zich sterk laten leiden door de onvoldoende toekomstbestendigheid van de afdeling SBU. Op den duur zou de afdeling op deze wijze niet meer kunnen bestaan. Als de afdeling op den duur niet levensvatbaar zou zijn, dan was het, gezien het vorenstaande, het beste om de afdeling zo snel mogelijk uit te plaatsen. Daarbij waren, naar de mening van de CDA-fractie, wel 3 aandachtspunten: (1) zo gunstig mogelijke voorwaarden voor de overstap van de medewerkers van de afdeling SBU; (2) een gelijkblijvend onderhoudsniveau in de stad, gelijkblijvende alertheid van reageren op calamiteiten e.d. en (3) zo veel als mogelijk bijdragen aan de bezuinigingsopgave.
Na over dit onderwerp gesproken te hebben tijdens het Voorjaarsdebat op maandag 20 en donderdag 23 juni en tijdens een ingelaste commissievergadering op maandag 27 juni, kon op dinsdag 28 juni tijdens de laatste raadsvergadering voor het zomerreces een knoop worden doorgehakt. Daarmee kon de medewerkers in ieder geval nog voor de zomervakantie duidelijkheid worden gegeven.
CDA-motie tijdens raadsvergadering
Tijdens de raadsvergadering op dinsdag 28 juni heeft raadslid Rob Wessels namens de CDA-fractie, samen met de fractie van de LHN, een motie (een opdracht van de gemeenteraad aan het college van B&W) ingediend met de bovenstaande strekking. Heel toepasselijk had de motie de naam ‘SBU NU uitplaatsen, omwille van de medewerkers’. Dat gaf de drijfveer van de CDA-fractie goed weer: àls er dan toch moest worden uitgeplaatst, dàn op een moment dat zo gunstig mogelijke voorwaarden voor de betreffende medewerkers konden worden bedongen. De motie hield in dat het principe-besluit werd genomen om de afdeling SBU zo snel mogelijk uit te plaatsen, dat daarbij moest worden voldaan aan de bovenstaande 3 voorwaarden en dat het college van B&W geen onomkeerbare stappen mocht nemen totdat de gemeenteraad later een definitief akkoord zou geven voor de uitplaatsing. Dit laatste definitieve akkoord zou dan de functie van ‘noodklep’ hebben voor als niet aan de voornoemde voorwaarden bleek te kunnen worden voldaan.
Bij de stemming daarover werd de motie nagenoeg unaniem aangenomen door de gemeenteraad (34 stemmen vóór; 3 stemmen tégen).
(CDA)
dinsdag 5 juli 2011
CDA-motie uitplaatsen SBU nagenoeg unaniem aangenomen
dinsdag, juli 05, 2011
Moderator


